God wil geen tempel, Jezus wordt geboren in een eenvoudige stal.
David is blij met zijn allerbeste vriend, God. Hij wil voor Hem het aller-, allermooiste huis bouwen dat er bestaat. Profeet Natan krijgt een droom: zeg tegen mijn dienaar David: dat hij voor mij geen huis moet bouwen. Ik trek rond. Ik zal voor David een huis bouwen, een koningshuis. Het Koningshuis van David zal voor eeuwig zijn. Er zal zelfs een koning uit hem voortkomen die Mijn Zoon zal heten. De Koning der koningen werd niet geboren in een paleis of op een hemelse plek, zoals je van een belangrijk iemand zou verwachten. Hij werd geboren in een stal, met een voederbak als wieg. Heel eenvoudig, maar toch ook bijzonder.